AURA Thuiszorg

Ziektebeelden

Welke ziektebeelden kom je als verpleegkundige tegen?

Dementie, oncologie, diabetes, cva. Als verpleegkundige kom je legio ziektebeelden tegen. Via deze themapagina vind je informatie over pathologie, symptomen en interventies om de best mogelijke zorg te verlenen.

Of ze nu in de wijk of in het ziekenhuis werken; verpleegkundigen signaleren, informeren, begeleiden en hebben steeds vaker een rol in de coördinatie van zorg voor patiënten met dementie. Om een patiënt met dementie echt te geven wat hij nodig heeft, moet je kunnen observeren, de tijd nemen en beschikken over een flinke portie geduld. Ook het feit dat je als algemeen verpleegkundige op – bijvoorbeeld – een afdeling neurologie of cardiologie niet dagelijks met dementerende patiënten werkt, kan het lastiger maken. Patiënten met beginnende dementie zijn vaak goed in het verbergen ervan. Ze maken grapjes om hun onvermogen te verbergen, ontkennen dat ze vergeetachtig zijn of worden boos als je ze met geheugenproblemen confronteert (‘Waar bemoeit u zich mee?’). Sommige verpleegkundigen overschatten deze patiënten dan ook wel. Bij ouderen (> 65 jaar) wordt naar schatting 70 procent van alle gevallen van dementie veroorzaakt door de Ziekte van Alzheimer. De resterende 30 procent bestaat uit vasculaire dementie, lewy body dementie, frontotemporaalkwabdementie (FTD) en dementie door de ziekte van Parkinson.

Verpleegkundigen en diabetes

Er bestaan veel misverstanden bestaan over diabetes en diabeteszorg, zeker bij verpleegkundigen en artsen die er weinig mee te maken hebben. Gespecialiseerde diabetesverpleegkundigen horen te vaak van patiënten: ‘Die verpleegkundige ging zich bemoeien met mijn diabetes en ze wist er niks van!’. Het is belangrijk om diabetes en de diabetesbehandelingswijze van de patiënt op te nemen in de anamnese. Slikt de patiënt orale antidiabetica of injecteert hij insuline? Hoe gaat hij om met hypoglykemie (hypo) en hyperglykemie (hyper)?

Verpleegkundigen en oncologie

Tot voor kort was kanker na hart- en vaatziekten in Nederland de tweede doodsoorzaak, maar sinds 2009 is kanker de eerste doodsoorzaak. Als verpleegkundige krijg je te maken met oncologiepatiënten die cytostatica (chemotherapie) krijgen, radiotherapie (bestraling) of  bijvoorbeeld targeted therapy. Of mensen in de palliatieve fase van kanker, bij wie geen behandeling meer mogelijk is.

Objectieve en subjectieve symptomen

Ziekten gaan in de regel vergezeld van ziekteverschijnselen of symptomen. Symptomen zijn het gevolg van een disfunctioneren van organen en/of orgaansystemen en weefsels. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen objectieve en subjectieve symptomen. Objectieve symptomen zijn door buitenstaanders vast te stellen, subjectieve niet. Voorbeelden van objectieve symptomen zijn: koorts, hoge bloeddruk, bleekheid en een abnormale stand van een gebroken arm of been. Voorbeelden van subjectieve symptomen zijn: pijn, jeuk en misselijkheid. Pas als pijn gepaard gaat met sterk transpireren en bleek zien, jeuk van krabeffecten op de huid en misselijkheid gevolgd wordt door braken, is het ook objectief vast te stellen.

Wat is het verschil tussen ziekte of syndroom?

In geval van ziekte is meestal sprake van een aantal verschijnselen die bij deze ziekte altijd gecombineerd aanwezig zijn waardoor de ziekte kan worden herkend en benoemd. Het kan ook voorkomen dat een groep verschijnselen tegelijkertijd aanwezig is, maar dat deze niet typisch bij één ziekte horen en bij meerdere ziekten kunnen voorkomen. In dat geval wordt gesproken van een syndroom. Een voorbeeld hiervan is RSI: een verzameling van klachten aan nek, bovenrug, schouder, elleboog, onderarm en pols. Deze verschijnselen op zich kunnen ook heel goed bij andere aandoeningen voorkomen, zoals onder meer het carpaletunnelsyndroom (beknelling van de n. medianus ter hoogte van de pols) of cervicale arthrosis (slijtage nekwervels).

Het patroon aan verschijnselen kan vanaf het begin van de ziekte tot aan herstel variëren in intensiteit en voorkomen. Het begin kan plotseling zijn, in geval van een acute ziekte, maar verschijnselen kan ook langzaam maar zeker ontstaan, een chronische ziekte. Een acute ziekte kan overgaan in een chronische ziekte. Bij een chronische ziekte kunnen weer opflikkeringen ontstaan in het ziekteproces, zogenoemde rechutes of exacerbaties. Er kan bij een chronische ziekte ook verbetering optreden zonder dat er sprake is van genezing. In dat geval wordt gesproken van een remissie. Chronisch reuma is daar een goed voorbeeld van.

Complicaties bij ziekte

Een ziekte kan vergezeld gaan van complicaties. Dit zijn onverwachte gebeurtenissen die zich voordoen tijdens het verloop van de ziekte en die de situatie verergeren. Het optreden van dergelijke complicaties kan wel vanuit het ziektebeeld worden verklaard. Personen met chronische neusklachten lopen grote kans als complicatie een sinusitis (neusbijholteontsteking) te ontwikkelen.

Prodromata

Bij sommige ziekten zijn heel duidelijk prodromata (voorverschijnselen) aanwezig. Het zijn in de regel algemene verschijnselen die vaak bij ziekten horen, zoals moeheid, malaise (zich niet prettig voelen). De oorzaak ligt wel in de ziekte die zich gaat openbaren, maar deze is nog niet herkenbaar. Aan een epileptisch insult kan een aura voorafgaan. Dit is een subjectieve ervaring waarbij de betrokkene vreemde dingen ruikt of hoort, of een onbestemd gevoel in maag of buik krijgt.